Leiden University Career Zone


Integriteit en zelfreflectie
Integriteit, zelfreflectie.
Integriteit:
Handelen naar eer en geweten, in overeenstemming met geldende waarden, normen en regels. Daarop aanspreekbaar zijn en anderen hierop aanspreken.
- Gaat zorgvuldig om met vertrouwelijke informatie
- Staat voor gedane toezeggingen en verplichtingen.
- Maakt geen misbruik van voorkennis, persoonlijke informatie of positie.
- Houdt geen informatie achter waar een ander recht op heeft.
- Draagt beroeps- en organisatienormen en waarden uit.
- Blijft ook bij verleiding of druk eerlijk en betrouwbaar handelen
Zelfreflectie:
Laten blijken het eigen gedrag, de eigen standpunten of methoden kritisch te evalueren en open te staan voor evaluatie door anderen. Toont te leren van deze evaluaties.
- Vraagt om persoonlijke feedback.
- Is aanspreekbaar op eigen gedrag en/of gemaakte fouten.
- Laat zien over een reëel inzicht in de eigen sterke en zwakke punten te beschikken.
- Evalueert regelmatig de eigen aanpak en wat daarin anders of beter zou kunnen.
- Probeert zwakke punten te verbeteren, door zijn of haar gedrag, standpunt of methode aan te passen.
- Laat zien inzicht te hebben in de eigen culturele achtergrond, normen en waarden en het effect daarvan op anderen.